“Freelancers: in feite buiten ze zichzelf uit!”

Onder deze titel verscheen op Apache.be een artikel over de werkomstandigheden van de freelancer. Pascal Gielen, hoogleraar cultuursociologie aan de Universiteit Antwerpen, vindt dat freelancers helemaal niet zelfstandig zijn, dat ze het slechtst beschermde sociale statuut hebben, dat ze voortdurend moeten bedelen om opdrachten en bovendien moeten ‘foefelen’ omdat de bestaande structuren geen oplossing bieden. Als mogelijk oplossing om zich beter te beschermen stelt Gielen dat ze zich collectief kunnen organiseren, bv. binnen coöperaties. Ook de overheid, het onderwijs en zelfs de vakbonden moeten zich meer het lot van de freelancers aantrekken.

Dat het niet altijd even eenvoudig is voor de zelfstandige professional zullen we niet ontkennen, maar in veel gevallen weegt de autonomie door op de ongemakken van de grijze zone van het statuut en de daaruit voortvloeiende administratieve implicaties.

Vanuit FEDIPRO dragen we er graag toe bij om het principe ‘Vrijheid in verbondenheid’ onder gelijkgestemden vorm te geven en actief inspanningen te ‘collectiveren’ om de zelfstandige professionals de best mogelijke professionele comfortzone te bieden. Dit betekent op de eerste plaats werken aan sterke professionals, maar tegelijk ook naar de diverse actoren (overheid, intermediaire organisaties, opdrachtgevers) een duidelijk signaal geven over de gewenste positionering van deze bijzondere groep van professionals.

Ook overtuigd dat er voor jou als ZP’er nog heel wat opportuniteiten zijn, neem dan deel aan onze missie om zelfstandige professionals niet enkel een gezicht maar ook een stem te geven. Word nu lid voor slechts 120 eur/jaar (+btw)!

Hoe belangrijk zijn intermediairen voor IPRO’s (zelfstandige professionals, freelancers)?

boek_voorbeeld_fediproTer voorbereiding van de Fedipro Essentials, een handige wegwijzer en inspiratiebron voor de onafhankelijke professional (IPRO), zijn we ook aan het bekijken hoe de ‘acquisitie’, het vinden van werk, verloopt.

We gaan er in principe van uit dat de ideale IPRO niet enkel een geëngageerde expert is in zijn vakdomein, maar ook voldoende sterk in zijn schoenen staat als ‘ondernemer’ om zelf te voorzien in opdrachten.  Dat is in elk geval de situatie waar FEDIPRO naar streeft voor haar leden.

In de praktijk merken we echter dat er uiteenlopende markt- of sectormechanismen voorkomen, waarbij het acquisitieproces, maar ook eventueel de verdere opvolging wordt verlegd naar ‘een derde partij’ of intermediair. We sommen ze even op in een willekeurige volgorde:

  1. Interim managementbureaus en projectsourcingbedrijven: zij zorgen voor het aanbrengen van opdrachten en de administratieve opvolging ervan. Meer en meer profileren deze bedrijven zich als een kwalitatieve, meedenkende partner van de IPRO, en voorzien zij in een brede ondersteuning (bv. opleiding, peer-to-peer uitwisseling). Zie ook het Federgon-trendrapport over de uitdagingen van de sector van arbeidsbemiddeling en HR-dienstverlening, en in het bijzonder de nieuwe rollen van de arbeidsmarktintermediair (blz. 29): http://www.foresight2020.be .
  2. Klassieke jobsites en bureaus die instaan voor selectie en werving zijn vooral van belang om opdrachtgever en IPRO samen te brengen.
  3. Internetplatformen waar vraag en aanbod samengebracht wordt. Uit ons onderzoek eerder dit jaar is gebleken dat er verschillende modellen bestaan, met verschillende resultaten. Zie de Fedipro Whitepaper No Time To Waste op http://wp.me/p5OVxz-y .
  4. Gespecialiseerde bureaus waarvoor de regelgever een bijzondere wettelijke omkadering heeft voorzien zoals de Sociale Bureaus voor Kunstenaars (SBK’s). Zie: http://www.kunstenloket.be/organisations/24
  5. Netwerken van IPRO’s die zichzelf profileren als een entiteit, zeg maar een ‘merk’, met daarachter een duidelijk businessmodel (bv. om voor het collectief opdrachten binnen te halen of om bepaalde diensten/producten goedkoper aan te kopen). Deze constructie komt voor bij zowel klassieke bedrijfsstructuren (bv. consultancykantoren met zelfstandige partners/vennoten) als bij alternatieve vormen (coöperatie, vzw-vereniging,…).
  6. Informele netwerken of clubs van IPRO’s die mekaar eerder ‘achter de schermen’ opzoeken om ervaringen uit te wisselen of om samen op een project in te schrijven. Meestal zijn dit kleinschalige initiatieven, die bovendien soms enkel ad hoc – als er echt nood aan is – samenkomen.
  7. Initiatieven binnen beroepsverenigingen en sectororganisaties waarbij IPRO’s in werkgroepen of specifieke trajecten mekaar ontmoeten binnen de ‘comfortzone’ van hun vakdomein, maar met een visie op het ‘meta-gebeuren’ van de IPRO. Deze zomer heeft FEDIPRO een dergelijk traject mee helpen opzetten voor VMx, de beroepsvereniging van milieuprofessionals ism 2Mpact: zie http://www.2mpact.be/nl/food-professionals .

Deze mechanismen hebben allemaal gemeen dat ze het leven (lees: het administratieve, niet-vakdomeinspecifieke leven) van de IPRO willen vergemakkelijken, zodat die vooral met zijn expertise bezig kan zijn. Toch stellen we bij de IPRO wel enkele aandachtspunten vast. Dat geldt in het bijzonder voor de meer formele tri-partitestructuren van hierboven:

  • De kost verbonden aan de tussenkomst van een derde partij. Een recente enquête bij onze noorderburen leert iets over de marge die de zzp’er (zelfstandige zonder personeel) kwijt is aan de bemiddelaar: http://zzpbarometer.nl/2015/07/infographic-zzp-marge/
  • De afhankelijkheid ten opzichte van de derde partij komt soms versmachtend over. In sommige gevallen is er sprake van een echte ‘vendor lockin’-relatie ten gevolge van exclusiviteitscontracten of niet-concurrentiebedingen
  • De vakdomeinspecifieke onafhankelijkheid van de professional staat soms onder druk door de specifieke werkomgeving gecreëerd door de derde partij
  • De vooropgestelde omkadering en ‘ontzorging’ door de derde partij sluit niet altijd even goed aan bij de verwachtingen van de IPRO

Vanuit de kant van de opdrachtgever merk je enerzijds de interesse om dankzij die ‘derde partij’ efficiënter en effectiever beroep te kunnen doen op IPRO’s. Anderzijds is er een trend waarbij bedrijven en organisaties hun human resources-aanpak meer zelf in hand willen nemen om korter te kunnen inspelen op de flexibiliteit en specialisatie van de resources die zelfstandigen kunnen aanbieden. De inzetbaarheid van IPRO’s heeft een veel grotere betekenis gekregen dan het louter opvullen van een tijdelijk capaciteitsprobleem of kennishiaat. Meer en meer bedrijven bouwen hun personeelsmanagement uit als een netwerk met een kern van vaste medewerkers die vlot versterkt kan worden met freelance specialisten. We zien dus dat bedrijven kennisopbouw om met IPRO’s te werken intern opbouwen, en als ze al beroep doen op externe ondersteuning, dan ligt de lat van verwachtingen hoog. (Zie ook het rapport “De arbeidsmarkt in 2020” in opdracht van Federgon).

*******

Heb jij goede of minder goede ervaringen of een uitgesproken mening of inzicht over de vraag naar het belang en de impact van ‘derden’ binnen het acquisitie- en uitvoeringsproces van de IPRO, laat het ons zeker weten !

Wil je op de hoogte blijven van de publicatie van de Fedipro Essentials, registreer je gratis op onze newsletter, of nog beter, word lid van Fedipro !

Grote waardering van interim-professionals voor opdrachten

Uit een onderzoek naar duurzame en waardevolle samenwerkingsrelaties tussen interim-professionals en inhurende organisaties in Nederland blijkt dat er een grote waardering is van interim-professionals voor de opdracht en de opdrachtgever. Interim-professionals geven gemiddeld een 7,9 aan de opdracht. Slechts 8 procent geeft een 6 of lager. ER is ook een hoge waardering van gemiddeld 7,6 voor de opdrachtgever.

Goede matchen tussen opdracht en interim-professional

De waardering voor de opdrachten en opdrachtgever kan verklaard worden doordat de opdrachten vaak zeer goed passen bij de kennis, kunde en ervaring van de interim-professionals. Ten tweede valt het te verklaren doordat ze veel autonomie krijgen. Ten derde is de opdracht in regel een positieve aanwinst voor de portfolio van de interim-professional. Opdrachten bieden goede kansen op vergelijkbaar vervolgwerk, kansen om het netwerk te versterken en zichtbaarheid en reputatie van de interim-professional te verhogen.

Verbeterpunten opdrachten

Uit het onderzoek blijkt dat er een drietal belangrijke verbeterpunten zijn rondom opdrachten voor interim-managers.

  1. Opdrachten zijn vaak onvoldoende duidelijk omschreven. Een concreet geformuleerd eindproduct ontbreekt dikwijls.
  2. De financiële beloning van de opdracht valt vaak tegen. De financiële zekerheid die de opdracht biedt is vaak beperkt.
  3. In veel gevallen is er sprake van een forse afstand tussen de woonplaats en de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd.

Dit zijn nog enkele conclusies die men kon trekken uit het onderzoek:

  • Opdrachtgevers zijn in regel betrouwbaar en bieden een fijn werkklimaat
  • Opdrachtgevers bieden weinig mogelijkheden tot doorgroei en vervolgwerk
  • Interim-professionals zijn tevreden over het inhuurproces, behalve over de afsluiting van de opdracht
  • De inhoud van de opdracht staat centraal, het inhuurproces is slechts ondersteunend
  • Geen grote verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot goed opdrachtgeverschap
  • Ook tussen jongeren en ouderen zijn er geen grote verschillen qua goed opdrachtgeverschap
  • Opdrachtgevers waarderen interim-professionals op basis van hoge output en unieke kennis

Nog meer conclusies lezen en het volledige onderzoek doornemen? Dat kan hier.

Meer kansen voor interim managers

Er zijn kansen voor hoogopgeleide zelfstandigen. Er is meer vraag naar hoogopgeleide interim managers in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek door Schaekel & Partners en Nyenrode Business Universiteit. Ook in België is er een stijging van 8,6% voor opdrachten voor interim-managers zoals bleek uit onderzoek van Federgon.

De Nederlandse onderzoekers verwachten dat er meer managers die nu nog in vaste dienst zijn, hun diensten ad interim zullen gaan aanbieden, zeker de managers in de leeftijdscategorie tussen 35 en 50 jaar. De stijging van het aantal hoogopgeleide interimmanager is volgens hen te verklaren door een sterker wordende behoefte aan vrijheid en autonomie die veel managers in loondienst hebben. Een andere factor die meespeelt is dat de eg naar zelfstandigheid veiliger is dan voorheen.

Life cycle van loopbaan
Het omgekeerde fenomeen wordt ook opgemerkt. Veel interim managers in de laatste fase van hun loopbaan keren net wel terug naar een loopbaan in vaste dienst. Marleijn de Groot, partner van Schaekel en Partners zegt daarover: “Zo wordt de life cycle van de loopbaan uiteindelijk zeer goed zichtbaar: exploreren (van kennis) in vaste dienst, exploiteren (van kennis) als zelfstandige en exporteren (van kunde) weer in vaste dienst. Deze driedeling is in dit onderzoek sterker waar te nemen.”

Beloning volgens resultaat
Het onderzoek merkt ook op dat er een belangrijke verschuiving is van beloning via een vast uurtarief naar beloning naar resultaat. Zij zien ook veel combinaties van betaald werk. Twee derde van de interim managers combineert zijn/haar interimwerk met andere betaalde activiteiten. Dat is dan bijvoorbeeld een tweede interim-opdracht, een bestuursfunctie of een andere onderneming.

‘Hybride’ manager
Daarnaast verwachten de onderzoekers dat er meer zelfstandigen zullen zijn die de ene keer als zelfstandige, de andere keer in loondienst zullen werken. Ze noemen dit de ‘hybride’ manager.

Het volledige onderzoeksrapport kan u hier downloaden.

22% van de Vlaamse freelancers actief in business consulting

Het is de Week van de Freelancer. UNIZO pakt ism Graydon uit met cijfers over freelancewerk anno 2015. Er zijn ruim 132.000 freelancers actief in Vlaanderen. Aangezien er geen officiële cijfers bestaan over het aantal freelancers, werd dit aantal berekend obv de geselecteerde nacebelcodes. In deze studie definiëren ze freelancer als ‘een ondernemer zonder personeel die hoofdzakelijk in een business-to-business (B2B) context diensten verleent en dit op basis van tijdelijke contracten, opdrachten of projecten’.

Gevraagd naar de belangrijkste problemen waarmee ze geconfronteerd worden geeft 50% van de freelancers aan dat (nieuwe) opdrachten vinden de belangrijkste kopzorg is. Andere belangrijke kopzorgen zijn het feit dat opdrachtgevers steeds goedkopere tarieven eisen (37%),  het evenwicht tussen werk en privé (36%) en de administratieve lasten die door de overheid opgelegd worden (30%).

De meeste freelancers starten in de dienstensector, en binnen deze groep is de zakelijke dienstverlening het populairst met 7.773 starters in 2014. 

Welke vorm?

Wat de juridische vorm betreft starten de meesten hun zaak op als eenmanszaak (52.082),  39.661 startten als BVBA. Op de derde en vierde plaats staat de eenmansvennootschap met beperkte aansprakelijkheid (EVBA – 11.314) en commanditaire vennootschap (9.929).

Welke sector? 

Van die 132.000 freelancers zijn er 28.678 of bijna 22% actief in business consulting, 23.736 of bijna 18% is actief in overige adviesbureaus. 

De 3de populairste sector voor freelancers is IT (programmatie, consultancy, ontwerp) met 12.509 freelancers (9,5%), gevolgd door creatieve activiteiten, kunst en amusement, en vervolgens fotografen, tolken, vertalers,… 

Welk tarief?

54% van de freelancers rekent tussen 30 en 70 euro per uur. 7% rekent minder dan 30 euro als uurtarief. Veel hangt af van het feit of de persoon freelancet als hoofd- of bijberoep en of het een man of vrouw is. Ook naargelang de verschillende sectoren zijn er grote prijsverschillen. 

Waar? 45% van de bevraagde freelancers voert zijn werk hoofdzakelijk van thuis uit. 47% gaat bij de klant om zijn werk uit te voeren. 

Netwerk

17% van de freelancers geeft aan geen sociale media te gebruiken voor zijn of haar professioneel netwerk. LinkedIn is zeer populair en wordt door 76% van de respondenten gebruikt, gevolgd door het persoonlijk profiel op Facebook (30%) en Twitter (24%).

Meer weten over freelancers in Vlaanderen? Kijk hier de studie in.

Interim Management kende in 2014 lichte groei

Er was meer vraag naar flexibel inzetbare projectprofessionals in 2014 dan in 2013. De sector Projectsourcing kende een stijging van 5,1%, in Interim Management was er een stijging van 8,6%. Dat blijkt uit cijfers van Federgon.

In het vierde kwartaal van 2014 was er een stijgende vraag voor alle type Interim Managers. Maar er was vooral een opvallende toenemende behoefte aan Interim Managers in ‘Sales & Marketing’ (+43%). Ook Interim Managers in de HR werden meer gevraagd. Ongeveer 60% van de Interim Managers in Q4 in 2014 is gespecialiseerd in ‘Finance, Administration & Legal’.

Meer info op:

http://www.federgon.be/publicaties/kwartaalrapporten/

#4 – De meerwaarde van de schijnbaar onzichtbare IPRO

Een inspirerend stukje uit het rapport “Future Working: The Rise Of European’s Independent Professionals” van Professor Patricia Leighton, IPAG Business School Frankrijk (2014).

By their nature, iPros aren’t the easiest to observe. For many, their work is wrapped in a wider context set by the client organisation hiring them for their expertise. Think of an IT consultant hired to implement a manufacturer’s new supply chain management system; or a freelance journalist contributing an article to a magazine; or a translator helping to secure an export deal. In all cases, their work as an independent is barely visible from the outside. So why does it matter? It matters because their independence allows their specialist skills to be available more flexibly and adaptively across the economy. (…)

Working on different projects with different clients over time, iPros can earn a living commensurate with their expertise while making their skills more affordable to potential clients. As technology progresses and the division of labour deepens, the ability to deploy expert skills flexibly seems likely to be a key success factor for innovative organisations and advanced economies.

Het is overigens interessant om te lezen dat één van de belangrijkste vaststellingen uit het onderzoek net die cruciale rol van de IPRO bevestigt:

The research confirmed there is a major change in the way work is performed – a shift from having a job to working for clients. A new and exciting radical agenda based on collaboration rather than competition has emerged as a response to perceived failures in existing business and management strategies.

Bron: http://wp.efip.org/wp-content/uploads/2014/03/Future_Working_Full_Report.pdf

Members only: In het rapport wordt ook een link gelegd tussen deze vaststellingen en effectieve behoeften van Ipro’s. In de dossiers “IPRO Essentials” wordt hier verder op ingegaan.

#3 – Je kunt zelfstandig worden door je los te maken van je baas, maar je kunt het alleen maar blijven door je te verbinden met anderen

Dit is de slotzin uit een luchtig maar pertinent artikel uit de Groene Amsterdammer (2/7/2014) over de Ipro’s en het belang om zich te ‘verenigen’. Of ook anders uitgedrukt:

Terwijl we voortdurend worden aangemoedigd om onszelf als een uniek merk op de arbeidsmarkt te manifesteren, ontdekken zelfstandigen en flexwerkers juist het tegenovergestelde. Niet zelfontplooiing, maar lotsverbinding biedt de beste kans op betere arbeidsomstandigheden.

Bron: https://www.groene.nl/artikel/sneue-feitjes-voor-de-vrolijke-yup

Members only: Leden krijgen een uitgebreide samenvatting van het artikel.