Freelancers, zijn ze te benijden of te beklagen? Hoe vrij zijn zij echt in deze geconnecteerde netwerkeconomie? Wat is hun strategie? Wat zijn hun troeven, wat zijn hun angsten, wie zijn hun bondgenoten? Hierbij enige persoonlijke overpeinzingen om een gedachtewisseling te openen.
Eerst de basics
‘Freelance’ is de contractvorm waarbij een individu of een bedrijfje zich verbindt om een prestatie te leveren voor een opdrachtgever. Voor een korte duur of de duur van een project verhuurt men de eigen arbeid, kennis en/of creativiteit aan één of meer ondernemingen of personen. Meestal uurtje factuurtje. Freelance verschilt fundamenteel van loondienst door de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst met de bijhorende gezagsverhouding en richtlijnen qua werkuitvoering. Een freelancer bepaalt zijn werkorganisatie en werkplaats volledig zelf. Wel kan je als opdrachtgever de kenmerken opsommen waaraan het gewenste eindproduct minimaal moet voldoen.
Oorsprong
Voor de origine van het woord “freelance” verwijst Wikipedia naar een passage uit het verhaal van Sir Walter Scott over Ivanhoe. We schrijven 1819. “I offered Richard the service of my Free Lances, and he refused them—I will lead them to Hull, seize on shipping, and embark for Flanders; thanks to the bustling times, a man of action will always find employment.” Hij verwees met die term naar vrije en goed getrainde mannen die hun vechtlust en hun speren ter beschikking stelden aan de feodale heren die ze wilden betalen. Huurlingen dus. Pour la petite histoire: deze term is zeker niet door Scott verzonnen. Een of andere slimmerik besloot eens dieper te graven en schakelde de zoekfunctie van Google Books in. Zo kwam hij uit bij een nog ouder boek: ‘The Life and Times of Hugh Miller’ van Thomas N. Brown uit 1809: “But when the battle was hottest, Hugh Miller was a loyal combatant, not a free lance.”
Terminologie
Voor de etymologie van het woord freelance mogen we alleszins de visuele connectie maken met het gereedschap van de “vrije lansiers”. Zij verkopen hun strijdwapens en dus hun combattieve competenties aan opeenvolgende opdrachtgevers. Met ‘free’ werd bedoeld: vrij van eender welke heerser, ze konden voor iedereen vechten. Mettertijd werd het gereedschap de benaming voor de persoon zelf. Dat materiaal, die free lances van toen, zijn vandaag uiteraard al lang vervangen door laptops met ‘free wifi’. Sommige spitsvondige grapjassen refereren toch nog graag naar het polemisch verleden als ze zich presenteren als huurwoordenaar, penneridder of – ook leuk gevonden – ‘Sellsword’.
Synoniemen
De term freelance is vervolgens in de twintigste eeuw snel gemeengoed geworden: de woorden werden aaneengeschreven en de term werd op zijn beurt al snel een werkwoord. Er zijn (vooral in Nederland) intussen ook al heel wat synoniemen voor freelancer in omloop: zelfstandige professional, zakelijk dienstverlener, onafhankelijk contractant, zelfstandige zonder personeel, kenniswerker, zelfstandig werkende eenpitter, eenmanszaak, own account worker, independent professional, consultant… Maar de term freelancer doet om de een of andere reden toch nog steeds de meeste belletjes rinkelen.
Vraag en aanbod
Voor de bedrijfswereld zijn freelancers intussen ‘gefundenes fressen”, zij beginnen de geneugten en voordelen van ad hoc uitbesteding aan uiterst flexibele en tegelijk zeer gespecialiseerde freelancers goed te snappen. Hun redenering luidt ongeveer als volgt: “Je zet altijd het juiste talent op de juiste klus voor de juiste tijd. Je betaalt alleen voor de gewerkte uren. Dat is op termijn veel goedkoper omdat ze geen vast contract hebben. Freelancers moeten uit puur zelfbehoud steeds uitmuntend werk leveren. Dat maakt hen veel efficiënter en flexibeler om tijdelijke drukte op te vangen en zo je eigen medewerkers te sparen. Freelancers zijn ook ideaal voor onverwachte deadlines of moeilijke klussen. Verder moet je ze ze geen dure opleidingen geven terwijl ze anderzijds toch wel een gevarieerde ervaring binnenbrengen omdat ze overal nieuwe inspiratie kunnen opdoen.” Enzovoort.
Uitdagingen
Anderzijds zien we in de cijfers dat steeds meer mensen zich geroepen of genoodzaakt voelen om voor dit statuut met minder sociale zekerheid te kiezen. Sommigen riskeren hiermee wel van in een precaire situatie te belanden omdat ze voortdurend moeten bedelen om opdrachten of omdat ze helemaal alleen, en zonder richtlijnen of conventies, de prijsonderhandeling met hun machtige opdrachtgever moeten aangaan. Er zijn immers geen minimumtarieven. Die freelancers worden zo min of meer verplicht om ook korte en slecht betaalde opdrachten aan te nemen. En tijdens elke opdracht moeten ze voortdurend denken en (net)werken aan de acquisitie van de volgende. Heel stresserend, niet?
Vandaag wordt dus haast elke zelfstandige adviseur, schrijver, fotograaf, technicus, IT-specialist, designer, programmeur en kunstenaar geconfronteerd met aartsmoeilijke strategische vragen.
- (Hoe) kan hij zich duurzaam positioneren in de snel wijzigende arbeidsmarkt van onze genetwerkte interneteconomie?
- Wie beschermt zijn belangen en wie vertegenwoordigt zijn beroepsgroep bij het beleid? Freelancers hebben immers geen vakbond achter zich en ook de ondernemersorganisaties nemen hen niet echt serieus. Aangezien freelancers eigenlijk hun eigen werkgever én werknemer zijn vallen ze bij beiden uit de boot. Als hij – bijvoorbeeld als ICT-specialist – een jobbemiddelaar of een opdrachtgever inschakelt verbindt hij zich voor een lange duur maar met veel minder sociale bescherming dan een gewone medewerker.
- Waar haalt hij zijn klanten? Er bestaan allerlei elektronische marktplatformen die de vraag van opdrachtgevers koppelen aan het aanbod van freelancers. Zijn die allemaal even koosjer? Op het eerste zicht word je vooral gedwongen te concurreren op prijs en snelheid. Is dat een goede zaak? Wat zijn goede samenwerkingsformules?
- Als hij zich verenigt in een of ander los-vast samenwerkingsverband van gelijkgezinden zit hij misschien in de kortste keren weer vastgeklonken aan een organisatie met allerlei verplichtingen en overheadkosten. Hoe scheidt hij het kaf van het koren? En hoe krijgt hij dan het bedrijfsbelang en het belang van de freelancer goed gealigneerd?
- Langs alle kanten wordt hij aangemaand om te netwerken en aansluiting te zoeken bij mogelijke opdrachtgevers. Maar heeft hij daar de tijd voor? En waar precies bereikt hij het vlotst en voordeligst zijn doelgroep?
- Hij moet zich focussen en specialiseren. Maar hoe gaat dat in zijn werk?
- Voorts moet hij een eigen website opzetten en daar een heel CRM met content management rond bouwen. Maar hoeveel mag dat kosten en wanneer heeft hij dan nog tijd voor het echte werk?
- Hoe verzekert hij zich van een doorlopende inkomstenstroom? Hoe bepaalt hij zijn tarieven? Hoeveel moet hij maandelijks verdienen om op het eind van het jaar voldoende over te houden?
Enfin, u kan zich ongetwijfeld ook nog andere hamvragen voor de geest halen…
Toekomstplannen
We weten dat de SERV bezig is met een uitgebreid onderzoek naar de meer dan 140.000 zelfstandige professionals in Vlaanderen. Fedipro organiseert zich om de belangen van zelfstandige kenniswerkers en dergelijke daadwerkelijk te gaan behartigen.
Misschien hebt jij als betrokken lezer ook nog bedenkingen of suggesties? Geef hieronder gerust wat meer input en deel ervaringen zodat we tot een grondig en constructief debat in beleidsmiddens en op publieke fora kunnen komen.
Philip VERHAEGHE