“Professional is not a title you claim for yourself, it’s an adjective you hope other people will apply to you. You have to earn it.” (Julie MacDonald O’Leary)
Professionals hebben het niet makkelijk. Waar het dragen van een titel (bv. advocaat, dokter) en/of het kunnen voorleggen van ervaring in een specifiek domein leidde tot respect en autoriteit, zien we een commoditisering van hun toegevoegde waarde. Dat heeft ten eerste te maken met het feit dat kennis en expertise niet langer het enige onderscheidende element zijn ten opzichte van concurrenten. Bovendien zijn professionals vandaag onderhevig aan heel wat externe invloeden. De wereld is nu eenmaal complexer geworden en actoren zoals overheid, klanten, concullega’s, enz. zijn veeleisender, mondiger en vooral beweeglijker geworden. De professional staat dus voor heel wat uitdagingen, wil hij zichzelf als professional staande houden.
Binnen grotere structuren zien we dat deze issues geadresseerd worden door ze te ‘managen’: de impact van complexe opdrachten, de onzekerheid op continuïteit, veranderingen in de behoeften van de klanten worden geanalyseerd en de risico’s worden gespreid over het grotere werkpakket en het team verantwoordelijk voor uitvoering. Maar het blijft uiteraard werken met professionals, en die kan je niet zomaar telkens omturnen om de organisatie flexibel te houden. Er is dan ook dikwijls kritiek op de managers die geen halt houden bij de grenzen van het vakinhoudelijke en zich met de inhoud van de professie zelf gaan moeien. Finaal is het belangrijk dat de professionals onbezorgd ‘hun ding’ kunnen doen – en daar wil een organisatie ver in mee denken.
Zelfstandige professionals zoeken dan weer eerder hun toevlucht tot de beroepsvereniging of sectororganisatie in de hoop dat die een zekere bescherming van de professie kan bieden. Traditioneel legitimeren dat soort organisaties zich meestal door de krijtlijnen van een beroep duidelijk uit te zetten en alle mogelijke mechanismen te ontwikkelen (strenge lidmaatschapsvoorwaarden, officiële erkenning, verplichte vorming,…) die de professional een werkbare comfortzone moeten bieden.
De toenemende complexiteit en ook de steeds veeleisendere omgeving dwingen professionals echter ook tot onderlinge samenwerking. Niet zo evident, en al lukt dat, uitmuntende individuele professionaliteit leidt niet noodzakelijk tot goede collectieve professionaliteit. Vijf milieudeskundigen kunnen misschien elk afzonderlijk een sterk rapport schrijven binnen hun discipline, daarom hebben ze nog niet een deskundig, geconcerteerd eindrapport.
Wat uit de vakliteratuur* blijkt is dat heel wat professionals sterk betrokken zijn bij hun eigen domein. Met andere woorden dat ze eigenlijk enkel graag datgene doen waarin ze deskundig zijn, waardoor ze automatisch nog meer deskundig worden in hun domein.
“A specialist is a person who knows a lot about little and goes on knowing more about less until finally he knows everything about nothing”.
Over het eigen muurtje kijken
Professionals moeten dan ook dringend voorbij hun specialisatie durven kijken. Inzicht in en kennis van de omgeving waarin ze opereren is van cruciaal belang geworden. Daarbij moet de professional op zoek naar ‘verbinding’, eerder dan naar afscherming en exclusiviteit. Op zich is het scherpstellen van de professie niet verkeerd, maar het maakt professionals kwetsbaar binnen de veeleisende werkomgeving. Vooral ook wat samenwerking met collega’s betreft: de klassieke beschermingsreflex stimuleert eerder onderlinge concurrentie-issues in plaats van collegialiteit.
Professionele opleidingen die door de beroepsvereniging georganiseerd worden kunnen professionals leren omgaan met die ontwikkelingen door hen te verrijken met ‘connected capacities’ met het oog op een betere binding met de betrokken actoren. Dit kan aanvullend op de vorming gericht op de vakinhoudelijke specialisatie. Er wordt dus zeker geen afbreuk gedaan aan het ‘professionalisme’ en de bijhorende status van de professional. Het komt er alleen op neer dat professionals hun inhoudelijke beroepsuitoefening kritisch blijven bekijken en zich meer dan tevoren verbinden met het speelveld. Alleen dan zullen ze ook stand kunnen houden als professional.
Marc Mestdagh (18/05/2015)
___________________
* O.m. M. Weggeman (Kennismanagement), F. Kwakman (De Ondernemende Professional) en De Bruijn & Noordegraaf (Professionals versus Managers)